blog-claire

Handige hulpmiddelen voor doven en doofblinden

Hulpmiddelen voor thuis en werk zijn voor sommige dove en slechthorende mensen noodzakelijk en voor anderen gewoon handig. Door mijn nieuwe werk met doofblinden leer ik veel over alle nieuwe, handige hulpmiddelen die doven en doofblinden kunnen helpen. De meeste maken belangrijke signalen zichtbaar of voelbaar, die voor andere mensen hoorbaar zijn.

Tolkcontact: een app om mee te bellen

Van kinds af aan heb ik thuis een aantal verschillende hulpmiddelen gehad, zoals een alarmsysteem met knipperlicht en een trilpager voor de deurbel en wekker. Als er iemand dan aanbelt, gaat er een licht knipperen in de woonkamer of gaat de trilpager trillen. De wekker heeft een aangesloten trilplaat, die ik onder mijn kussen kan leggen. Zo word ik ‘trillend’ gewekt.

Daarnaast maak ik regelmatig gebruik van het ‘bellen’ via Tolkcontact. Met de app op mijn mobiel bel ik eerst naar Tolkcontact, waar een tolk-bemiddelaar in beeld klaar staat. De tolk belt dan het opgegeven telefoonnummer van het bedrijf. Zo kan ik gebaren en vertaalt de tolk voor het bedrijf mijn vraag of boodschap. Zo kan ik ook de kapper, het alarmnummer of de ANWB bellen.

Hulpmiddelen voor doofblinde mensen

Voor mijn werk als begeleider van doofblinden, ben ik onlangs door een cliënt ondergedompeld in zijn leefwereld met een geblindeerde bril en een blindenstok. Zo kreeg ik een gevoel hoe het is om doofblind te zijn. Dat was een leerzame ervaring. Het helpt mij bewust te worden hoe ik tijdens mijn begeleiding beter kan helpen.

Van mijn doofblinde cliënten leer ik ook over handige hulpmiddelen en trucs voor thuis; hoe ze bijvoorbeeld thee zetten zonder te morsen. Ze maken gebruik van een vloeistofniveau-detector, ook wel een ‘peilaanwijzer’ genoemd. Dit is een klein toestelletje dat een geluids- of trilsignaal geeft wanneer een vloeistof de rand van het kopje of glas bereikt.

Daarnaast hebben ze ook dezelfde ‘trilpager’ als ik, die verbonden is met het bel- en alarmsysteem.

Cochleair Implantaat

Als laatste, noem ik graag mijn Cochleair Implantaat (CI), waar ik eerder ook al eens over schreef. Die CI heb ik al ruim 10 jaar en het bevalt me nog steeds goed. Ik vind het horen van omgevingsgeluid en muziek vaak gezellig en het maakt me bewust van mijn omgeving.

Elke vijf jaar kan ik nieuwe krijgen. Aan het eind van dit jaar verwacht ik een uitnodiging voor vervanging van mijn Cochlear Nucleus 6. Mogelijk ga ik voor de Nuclues Kanso 2, een geluidsprocessor zonder oorhanger. Dat lijkt me fijner dragen. Ik ben benieuwd hoe het zal klinken.

Mijn CI draag ik bijna dagelijks, behalve wanneer ik me moe of ziek voel. Ook niet, wanneer ik een drukke dag heb en me goed wil kunnen concentreren. Wanneer ik mijn CI afdoe, geniet ik ervan om weer in de stille wereld te komen. Dan heb ik minder prikkels van de omgeving en krijg ik meer rust.

Ik moet elke keer opnieuw wennen, als ik ’s morgens mijn CI aan doe. Het harde geluid kan keihard binnenkomen. Daarom zet ik eerst het volume op de laagste stand, zodat ik eraan kan wennen. Later op de dag kan ik het volume langzaam hoger zetten op normaal niveau.

De CI is een hulpmiddel en geen oplossing

Ik geef graag een indruk van hoe een CI klinkt. Het klinkt alsof je onder water gedempt geluid hoort, als een soort robotachtig geluid. Beluister het CI-geluid door te klikken op deze link naar YouTube.

Zoals je misschien hoort, zijn cochleair implantaten geen oplossing, maar slechts een hulpmiddel. Mensen met een CI worden op zijn best slechthorend, afhankelijk van hun gehoorprobleem. Zelf ben ik nog vooral ‘doof’ omdat ik met mijn CI slechts geluiden kan waarnemen, maar niet beter gesprekken kan voeren. Zonder CI hoor ik helemaal niets meer. Ik ben nog altijd een dove vrouw en dat zal ik ook blijven.

De blog is online geplaatst op de website van Digitaal Toegankelijk

2022-08-21T14:47:32+02:0021 augustus 2022|0 Reacties

Mijn werk als begeleider voor doofblinde mensen

Mensen die doofblind zijn, kunnen niet goed horen én niet goed zien. Vanwege deze auditieve en visuele beperking moeten zij extra hard werken om hun dagelijkse leven zo normaal mogelijk te kunnen leiden. Zij kunnen daarom begeleiding krijgen bij Kentalis. Van mij, onder andere. Sinds april begeleid ik daar vier doofblinde mensen. Dit zijn mijn eerste ervaringen.

Gijs

Ik kwam al jong in contact met een doofblinde jongen: Gijs. Hij zat bij mij in de klas op de dovenschool in Amsterdam. Hij is doof geboren, met Usher type 1. Zijn zicht ging later langzaam achteruit. Rond zijn negende kon hij daardoor de juf en het schoolbord niet goed volgen. Hij is toen naar een speciale school voor doofblinde kinderen gegaan.

Gijs zag zichzelf niet als doofblind maar als doof en slechtziend. Ik herinner me dat ik met hem kon praten via gebarentaal. Hij kon mijn mondbeeld en mijn gebarende handen op korte afstand redelijk zien.

Ik heb Gijs een lange tijd niet gezien, tot ik hem een paar jaar geleden tegenkwam bij een ledenvergadering van Dovenschap in Utrecht. Hij herkende mij, toen ik hem gedag zei. Ik moest wennen aan de communicatie met vierhandengebaren, maar we hebben gezellig bijgepraat.

Door Gijs is contact met doofblinde mensen geen onbekend terrein voor mij. Al had ik nooit van tevoren bedacht om begeleider voor doofblinden te worden. Toch ben ik het nu.

Welke uitdagingen hebben doofblinden?

Dat deelnemen aan de maatschappij uitdagend kan zijn, kan iedereen zich wel voorstellen. De combinatie van slechthorendheid en slechtziendheid maakt vooral informatievergaring, mobiliteit en communicatie moeilijk. Maar door mijn werk heb ik geleerd dat ook vermoeidheid een issue is. Doordat activiteiten extra energie kosten, zijn doofblinde mensen vaak snel moe.

Daarnaast geeft slechtziendheid natuurlijk uitdagingen. Mensen met het syndroom van Usher zien alsof ze door een rietje heen kijken. Er zijn ook andere vormen, met vlekken, verschil in contrast of gestreept zicht. Het is dan lastig om voorwerpen, personen of gebouwen waar te nemen en te herkennen.

Ook kan het zijn dat kleur moeilijk waar te nemen is. Met genoeg contrast gaat het goed. Wit op zwart gaat goed, en rood is ook een makkelijk waar te nemen kleur. Sommigen kunnen groen van het gras en bomen zien, maar lichtere kleuren kunnen verward worden met wit of grijs.

Hoe werkt communicatie?

Is liplezen of gebaren zien niet mogelijk, dan heeft een doofblinde extra hulp nodig met vierhandengebaren of een andere methode. Vierhandengebarentaal kan op verschillende manieren gebeuren, met vingerspellen in de hand, blokletters in de hand of echt gebarentaal waarbij je elkaars handen vasthoudt.

Hier zijn tactiele communicatiemethodes voor, zoals ‘Social Haptic Communication’ en ‘Lorm’. Met SHC geef je door aanraking informatie over de plek van voorwerpen en mensen, over beweging, of over sfeer. Lorm is een alfabet van aanrakingen op de hand. Boodschappen kunnen door spellen worden overgebracht.

Hoe lezen mensen met doofblindheid?

De meesten mensen kunnen nog redelijk lezen met hulp van vergrote lettertypes op hun mobiel en op de computer. De meeste mensen kiezen hiervoor, zolang ze dit nog kunnen.

Sommige mensen met doofblindheid hebben echter een cursus voor het lezen van braille gevolgd. Een van mijn cliënten leerde het paar jaar geleden bijvoorbeeld en hij kan er prima mee omgaan. Mijn andere client is er mee gestopt, omdat het hem veel tijd en energie kostte. Hij ziet ook nog goed genoeg. Mochten zijn ogen achteruitgaan, dan kan hij braille alsnog oppakken.

Dé doofblinde bestaat niet

De oorzaken voor doofblindheid zijn divers, zoals genen, ouderdom, een ongeval, vroeggeboorte of hersenvliesontsteking. Daarnaast zijn er veel verschillende gradaties in doofblindheid: aangeboren of niet, en geheel of gedeeltelijk. Hierdoor verschillen ook de hulpvragen.

Cliënten die bijna-blind en hulpbehoevend zijn, help ik bij het boodschappen doen en het winkelen, en bij kleine klusjes in en rondom het huis. Met cliënten die nog redelijk kunnen zien, ga ik fietsen op een duo-fiets, wandelen, help ik bij de administratie of bij taart bakken, museumbezoek of doktersbezoek.

Ik ga altijd vrolijk naar mijn werk

Het fijne menselijke contact vind ik heel mooi aan mijn werk, waarbij ik luister naar wat ze hebben meegemaakt of ‘gehoord’. Deze parttimebaan kan ik prima combineren met mijn ZZP-werk. Ik houd van de afwisseling en ik werk graag met dove en doofblinde mensen. Het past heel goed bij mij. Ik ga altijd vrolijk naar mijn cliënten toe. We praten, lachen en werken fijn samen.

Ik leer veel van hen, waar ze tegenaan lopen, hoe ze ermee omgaan, verwerken en toch positief blijven. Het is zeer waardevol en dankbaar werk, waar ik veel kan betekenen.

De blog is online geplaatst op de website van Digitaal Toegankelijk

2022-08-21T14:48:05+02:0015 juli 2022|1 Reactie

Wat betekent het ‘naamgebaar’ voor de dovengemeenschap?

De Nederlandse Gebarentaal (NGT) wordt niet voor niets met drie hoofdletters geschreven; het is een echte taal met een eigen woordenschat, grammatica en gezegden. Het gebruik van de handen, het gezicht en de ogen staan centraal. Wat veel horende mensen alleen niet weten, is dat dove mensen aparte gebaren hebben voor hun naam: het naamgebaar.

Hoe zeg je in gebarentaal hoe je heet? Je kunt een naam natuurlijk spellen, door in de juiste volgorde gebaren uit het gebarenalfabet te laten zien. Maar het is sneller om een makkelijk, herkenbaar en kort gebaar te gebruiken: een naamgebaar. Zo kunnen mensen je makkelijker onthouden. Je kunt er daarnaast behoorlijk wat humor en creativiteit in kwijt.

Hoe wordt namen in gebarentaal bedacht?

Naamgebaren ontstaan soms door gebruik van de eerste letter van de naam. Vaak is het echter ook afgeleid van een karaktereigenschap, hobby, uiterlijk kenmerk of beroep, of van de betekenis van de naam.

Er zijn mooie voorbeelden hoe je aan een naamgebaar komt: het gebaar voor ‘krul’ voor iemand die krullend haar heeft, het gebaar van een bloem voor iemand die Roos heet, of het wijzen naar de wangen voor iemand met kuiltjes.

Ook voor horende mensen

Omdat een naamgebaar erg persoonlijk is, wordt het door de persoon zelf of in overleg bedacht. Een naamgebaar voor een horend familielid of horende vriendin of collega wordt ook vaak voorgesteld door een dove persoon. Ook dit gebaar heeft vaak weer te maken met hun karakter, een kenmerk, of de betekenis van de naam. Horenden kunnen het erg waarderen als er een naamgebaar bedacht en voorgesteld wordt dat bij hen past.

Het naamgebaar voor Koningin Máxima is met je twee vingers en duim in aanraking naast je oog en met je hand ‘knipperend’ bewegen, alsof je oog aan het knipperen is. Dit naamgebaar is in 2002 ontstaan, toen zij met haar man Willem-Alexander door het land toerde. Door alle flitsende camera’s knipperde Maxima veel met haar ogen. Voilá, de basis voor haar naamgebaar!

Het naamgebaar voor voormalige president Trump beeld je uit, door zijn weggeblazen blonde ‘haar’ uit te beelden: maak je hand plat, leg het bovenop je hoofd en kantel aan een kant van je hoofd, alsof je haar opzij geblazen wordt. Grappig hè?

Naamgebaren voor organisaties en bedrijven

Niet alleen personen hebben naamgebaren. Ook organisaties en bedrijven. Een voorbeeld is Lidl, waarvan het naamgebaar gebaseerd is op het logo: omdat de naam Lidl in een cirkel staat, maak je twee handvormen van een L en een O en breng je handvorm O naar de binnenkant van de handvorm van een L.

Natuurlijk hebben dovenorganisaties ook een naamgebaar. Voor de naam ‘Dovenschap’ maak je twee maal het gebaar voor ‘doof’ en daarna het gebaar voor het woord ‘gemeenschap’.

Speciaal voor Digitaal Toegankelijk heb ik een naamgebaar verzonnen. Kijk maar naar de video hieronder.

Mijn persoonlijke naamgebaar

Mijn naamgebaar is al ontstaan op de dovenbasisschool, toen ik al een enorme kletskous was. Het gebaar maak je daarom, door de letter ‘c’ te maken met je hand, en dan te doen alsof de hand veel praat (vingers en je duim naar elkaar toe bewegen).

Mijn zoon Florian

Het naamgebaar voor mijn zoon Florian heeft bijzondere kenmerken en betekenis. De naam Florian is gebaseerd op het Latijnse woord ‘Florens’ wat ‘bloeiend’ betekent. De beweging in zijn naamgebaar is daarom het gebaar voor ‘bloeiend’: het begint met een vuist, en die open je langzaam naar de gebarenletter ‘F’ (duim en wijsvinger gekruist en de andere vingers gespreid).

Het is prettig en persoonlijk voor iedereen om naamgebaren te gebruiken binnen de dovengemeenschap maar ook voor horende mensen die te maken hebben met dove personen, zoals op het werk en onder familie en vrienden. Ik zie een naamgebaar als een belangrijk communicatiemiddel voor de dovengemeenschap maar zeker ook als een persoonlijk kenmerk, waarmee je meer kan overbrengen dan alleen je naam.

De blog is geplaatst op website van digitaal toegankelijk.

2022-06-12T13:54:07+02:0010 juni 2022|0 Reacties

Mijn dove rolmodellen inspireren me

Een rolmodel is een voorbeeldfiguur om jezelf aan te spiegelen terwijl je opgroeit. Iedereen heeft of had vást ooit zo iemand. De behoefte aan een rolmodel is denk ik alleen nog wel groter voor mensen die een extra uitdaging hebben, zoals doven en slechthorenden. Mijn rolmodellen hebben mij laten mij zien dat je als een dove meer kan doen en bereiken dan ik zelf ooit had gedacht.

Rolmodellen zijn meer zichtbaar geworden

Doven waren vroeger minder zichtbaar, omdat er nu eenmaal niet heel erg veel dove mensen zijn en de dovengemeenschap nu eenmaal niet bij elkaar in één stad, dorp of wijk woont. Veel doven komen ook niet naar een club of bijeenkomst. Wie wel zichtbaar waren, waren personen van dovenorganisaties zoals Dovenschap of de Sportbond KNDSB. Dat werden dus de rolmodellen van toen.

Tegenwoordig zie je gelukkig steeds meer dove rolmodellen, omdat dove mensen steeds meer zichtbaar zijn op tv, websites en sociale media. Ook durven steeds meer dove mensen uit hun comfortzone te stappen en meningen, talenten en ervaringen te delen.

Mijn drie persoonlijke rolmodellen

Ook voor horenden is een getalenteerde dove soms een rolmodel, om hoe succesvol die is, ondanks de ‘harde en moeilijke’ maatschappij. Zoals ook de volgende dove mensen:

Amerikaans model Nyle DiMarco

Nyle DiMarco is het meest bekende dove rolmodel in de wereld, want hij heeft veel bereikt in zijn jonge jaren. De Amerikaan heeft in 2015 meegedaan aan een seizoen van ‘America’s Next Top Model’ en is de eerste dove man die zo’n grote wedstrijd op tv won. Nyle heeft altijd een gebarentolk bij zich en heeft de meest moeilijke opdrachten weten te winnen. Dat maakt enorme indruk op de dovengemeenschap in de wereld, maar ook op horende mensen.

Een jaar deed hij mee aan ‘Dancing with the Stars’. Tot ieders verbazing heeft hij opnieuw als eerste dove man gewonnen bij deze danswedstrijd. Nyle DiMarco gebruikt zijn bekendheid al jaren om aandacht te vragen voor de dovengemeenschap en het gebruik van American Sign Language (ASL).

Limburgse bakker Cas Wolters

In 2018 deed Cas mee aan het televisieprogramma ‘Heel Holland Bakt’. Daarin kwam hij tot de kwartfinale. Hij heeft met zijn bakkwaliteit en zijn aanstekende enthousiasme veel indruk gemaakt op de horende kijkers en de dovengemeenschap.

In 2021 deed hij mee aan de spin-off ‘Heel Holland Bakt Nog Een Keer’. Deze keer schopte hij het tot de finale. Vanwege zijn zichtbaarheid in de tv-programma’s won Cas dat jaar de ‘uitblinker award’ bij de Ctalents Diamond Awards. De jury roemde zijn ondernemerschap en zichtbaarheid. En zijn kwetsbaarheid, waaronder in het erkennen van fouten en wat hij daarvan heeft geleerd.

Cas wil met zijn bekendheid laten zien wat je als een dove wel kunt bereiken, ook al kan communicatie in een horende omgeving een enorme uitdaging zijn. Hij komt ook op voor de rechten van doven en vraagt aandacht voor Nederlandse Gebarentaal (NGT). Cas heeft kunnen bewijzen dat zijn auditieve beperking hem niet in de weg staat. Cas heeft ooit gezegd dat je niet ‘hoeft te kunnen horen om te scoren.’

Utrechtse dove pedagoog en onderzoeker Corrie Tijsseling

Corrie Tijsseling heeft veel voor de dovengemeenschap betekend met haar talenten als pedagoog, onderzoeker en als doorzetter voor de dovengemeenschap, met name voor de rechten en het voortbestaan van NGT.

Door omstandigheden werd Corrie al vanaf een jonge leeftijd zelfstandig en leerde meedoen in een horende wereld, zonder veel steun van haar familie, scholen en vrienden. Dankzij veel vrijwilligerswerk, een sterke motivatie en verschillende opleidingen, is Corrie uiteindelijk aan de Universiteit Utrecht gepromoveerd tot doctor in de Pedagogische Wetenschappen.

Wat Corrie hiermee wil laten zien is, dat je als dove of slechthorende veel kunt bereiken, zolang je niet door de horende omgeving (zoals ouders en leraren) op een laag niveau wordt gehouden. Ook moet je als een dove meer laten zien wat jouw talenten zijn, in plaats van alleen je auditieve beperking.

Wat heb ik geleerd van mijn dove rolmodellen?

Mijn rolmodellen inspireren mij alle drie om meer uit mijn leven te halen met mijn eigenschappen, talenten en hobby’s. Zij geven me meer zelfvertrouwen en helpen me meer begrepen te worden als dove persoon. Tegen moeilijke situaties kan ik nu wat doen, zoals het probleem met mijn familie en vrienden bespreekbaar maken.

Daardoor heb ik onder andere mijn eigen bedrijf durven opzetten, waarmee ik me inzet voor dove mensen op de arbeidsmarkt, en voor inclusie en diversiteit. Naast de dovengemeenschap hoop ik daarnaast ook de horende maatschappij te bereiken. Ik heb door mijn rolmodellen ook als dove ervaringsdeskundige durven presenteren aan een horend publiek en ik durfde kort geleden de uitdaging aan te gaan om begeleider van doofblinden te worden bij Kentalis. Daarover lees je later meer.

Deze blog is geplaatst op de website van digitaal toegankelijk

2022-06-01T09:35:24+02:001 juni 2022|0 Reacties

Hoe drempelvrij is het reizen voor doven?

Kan je als een dove zelfstandig reizen met het openbaar vervoer? Wat doe je als er onverwachte problemen zijn? Hoe red je je in het buitenland als je geen vreemde taal kunt spreken of horen? Deze vragen zijn mijn leidraad bij het schrijven over mijn reiservaringen. Spoiler: het kan een enorme uitdaging zijn, maar ik reis als dove vrijwel probleemloos.

Met de schoolbus of het ov

Al tijdens mijn jeugd in Alkmaar raakte ik gewend aan reizen. Dagelijks ging ik met een schoolbusje naar een dovenschool voor basisschoolkinderen in Amsterdam. Naar de middelbare school voor slechthorenden in Schagen, reisde ik zelfstandig met de trein. Tijdens mijn laboratorium-opleiding in Beverwijk en in Amsterdam kwam daar ook nog de metro bij.

In mijn jeugd waren er nog geen mobiele telefoons waarop je kon opzoeken wat er aan de hand is. Treinvertraging of –uitval waren daarom wel erg lastig, aangezien ik geen omroepen van de NS kon horen. Ik heb geleerd om aan een NS-medewerker of medereiziger te vragen wat het probleem was. Zij schreven dat dan op, of welke trein ik beter kon nemen.

Wanneer er helemaal geen trein meer naar Alkmaar ging, belde een medereiziger wel eens mijn vader op. Die kon mij dan op een afgesproken station ophalen.

NS-berichten vooral voor horende reizigers

Het is mij vroeger al opgevallen hoe weinig rekening de NS hield met dove reizigers: een vertraging werd vaak op het station omgeroepen, maar er was weinig informatie te vinden op de borden. Een dove reiziger was daardoor vaker afhankelijk van een conducteur.

Of van medereizigers. Bij treinuitval zag je die naar een ander spoor of naar een bushalte lopen. Als dove reiziger liep ik dan vaak mee met de stroom en vroeg ik wat er ging gebeuren. Meestal belandde ik zo letterlijk weer op het juiste spoor.

Reizen in het buitenland

Ook in het buitenland redde ik me altijd wel. Met mijn ouders ging ik iedere paar maanden naar mijn grootouders in Londen. En in de zomer verbleven we in de Belgische Ardennen. In de Londense dubbeldekkers en de ‘tube’ reisde ik weliswaar met anderen, maar zo leerde ik wel het systeem kennen. Ook in andere landen, overigens, zoals Amerika. Later ging ik vaker in mijn eentje, met het vliegtuig en met de trein. Soms haalde mijn opa mij op van het vliegveld, maar meestal ging ik met de trein en metro naar hen toe. Ook dat ging allemaal soepel.

In Engeland is het goed geregeld met het ov. Slechts bij uitzondering was het nodig om hulp te vragen aan medereizigers. Ik kan zelfstandig Engels spreken, liplezen en schrijven, dus de communicatie met Londenaren is geen probleem. Ze zijn gewend aan buitenlandse toeristen en ze hebben daardoor geleerd om zich tijdens het spreken aan te passen.

Voor mij is het reizen dus geen probleem. Als Engels spreken niet lukt, dan ga ik vaak iets schrijven of gebaren gebruiken, dan kom ik er wel uit.

Landelijke treinstoring

Tegenwoordig kunnen we gelukkig ook gebruikmaken van een telefoon met toegang tot websites en apps met reisinformatie. Ook elkaar informeren gaat nu veel makkelijker.

Afgelopen zondag liep ik met een dove vriendin een bloesemtocht-wandeling in Geldermalsen. We reisden er met de trein naartoe. Blijkbaar vond er in de middag een enorme storing bij de NS plaats, waardoor in heel Nederland geen treinen meer reden. Toen wij comfortabel bij een restaurant zaten, kreeg ik een berichtje van mijn man met de boodschap dat we niet met de trein naar huis konden.

Mijn vriendin en ik hebben het geluk gehad dat mijn man ons kon waarschuwen via Whatsapp en dat hij ons kon ophalen bij het station Geldermalsen. We zijn heel blij met deze technologie. Hoe had mijn man ons anders moeten bereiken en hoe hadden wij kunnen afspreken bij het station?

Door ervaring geen angst

In het buitenland is het handig gebleken om een vertaalapp of een woordenboek mee te hebben. Dat laatste klinkt een beetje ouderwets, maar het kan heel handig zijn wanneer je in een afgelegen dorpje zonder internet bent. Dat heb ik met mijn gezin meegemaakt tijdens ons vakantie op Griekse eilanden. Gelukkig had ik mijn Griekse woordenboek mee.

Hoewel ik me goed voorbereid, ben ik nooit echt bang voor reizen geweest, of dat nou met de auto, het vliegtuig, de ferry of met het ov is. Ik was wat reizen betreft al jong zelfstandig. Daarom ben ik er nu juist dol op. Zo zie je veel van de natuur, het landschap, de cultuur en mooie dorpjes of steden. En mijn doofheid heeft mij dus nooit echt belemmerd. Met een beetje hulp, kwam ik altijd goed aan.

Met het vliegtuig naar Airport London Stansted

Deze blog is online geplaatst in de website van Digitaal Toegankelijk.

2022-04-24T11:36:23+02:0024 april 2022|0 Reacties

Nieuw baan als begeleider doofblinden bij Kentalis Zorg

Naast mijn ZZP-werkzaamheden, wil ik al een tijdje een parttime baan vinden. Tijdens corona periode krijg ik steeds minder ZZP opdrachten door strenge maatregelen. Dat heeft mij doen beseffen dat het tijd wordt om op zoek gaan naar een leuke parttime baan. Na een tijdje solliciteren en een paar sollicitatie gesprekken verder, ben ik bij Kentalis Zorg terecht met uitdagende sollicitatie voor een werkfunctie van begeleider doofblinden.

Met trots deel ik graag geweldig nieuws: Ik ben aangenomen bij Kentalis Zorg als ‘begeleider doofblinden’. Het is een enorme uitdaging en leerzaam om met doofblinde cliënten te werken. Het is een parttime baan. Daarnaast blijf ik zeker als ZZP’er vanuit Klinktprima mijn projecten uitvoeren. Dat valt goed te combineren met mijn nieuwe baan.

Het is een leerzame en uitdagende werkzaamheden met doofblinde cliënten. Het zijn cliënten, wie minder goed kan zien en horen. Ik begeleid ze bij het boodschappen doen, het winkelen, wandeling en uitstapjes maken, klusjes in en om huis. Voor ze ben ik hun ogen en oren en zo maak ik hun wereld groter en fijner.

Het is een prachtig combinatie van parttime baan als begeleider doofblinden en ZZP’er met verschillend werkopdrachten.

Kan een afbeelding zijn van 1 persoon en binnen

2022-04-16T11:33:28+02:0016 april 2022|0 Reacties

Hoe ik me al vijftien jaar inzet voor doven op de arbeidsmarkt

Vijftien jaar geleden ben me gaan inzetten voor doven en slechthorenden op de arbeidsmarkt. Als ervaringsdeskundige merkte ik hoe moeilijk het is om als doof persoon werk te vinden en te behouden. Om die reden ben ik gestart met Klinktprima.nl; een website met ervaringsverhalen, tips en informatie voor doven en slechthorenden, maar ook voor werkgevers en professionals. Aangezien Klinktprima nu 15 jaar bestaat, grijp ik deze kans graag aan om meer te vertellen over hoe het mij de afgelopen 15 jaar is vergaan in mijn poging om doven en slechthorenden te helpen om een baan te vinden – en te houden.

Mijn eerste baan als medisch laborant

Voordat ik met Klinktprima begon, was ik werkzaam als medisch laborant. Mijn laatste baan als laborant ben ik verloren toen het laboratorium van dat bedrijf ging verhuizen naar Zuid-Limburg en mijn contract niet werd verlengd, omdat ik zwanger was.

Na de geboorte van mijn zoon ging ik in 2011 opnieuw solliciteren naar een baan als laborant. Door het gebrek aan vacatures was dit moeilijk. Tijdens de gesprekken die ik wél had, ging het mis op de weekend- en nachtdiensten. Omdat daar veel (met spoed) gebeld wordt, was ik als doof persoon niet geschikt.

Na deze pogingen heb ik besloten om me als vrijwilliger te richten op de dovenwereld en de arbeidsmarkt. Zo kon ik op mijn gemak rondkijken en ontdekken wat ik kan betekenen en of ik op die manier leuk werk kon vinden.

15-jarig jubileum van klinktprima.nl

Video van de website Klinkprima, waarin Claire zichzelf voorstelt en uitlegt wat Klinktprima doet.

In 2007 kwam mijn website Klinktprima in de lucht. De website werd meteen goed bezocht en ik kreeg goede reacties vanuit de dovenwereld.

Via Dovenschap kreeg ik de kans om Klinktprima meer bekendheid te geven middels het Platform Auditieve beperking Werk (PAW). Er deden verschillende re-integratiebureaus en belangenorganisaties mee, met als doel om de arbeidsmarkt voor doven en slechthorenden te verbeteren.

Voor mij is het belangrijk om informatie te geven aan werkgevers, professionals en aan de groep dove en slechthorende werkzoekers, als ook aan werknemers. Het ontbreekt aan informatie over hoe men met dove mensen kan samenwerken en communiceren. Zo zijn er veel hulpmogelijkheden, van jobcoaching en loopbaanbegeleiding tot verschillende hulpmiddelen en gebarentolken. Maar het delen van ervaringen is een belangrijke toevoeging, omdat ze zo voorbeelden zien van wat er wél allemaal kan met hun talenten – ondanks hun beperking.

Mijn netwerk breidde snel uit, ook door de samenwerking met verschillende organisaties. Ook word ik soms benaderd door horende studenten met de vraag of ik ze kon helpen met informatie over de dovencultuur, de werkpositie van doven en gebarentaal. Verschillende media wisten mij ook te vinden en wijdden artikelen aan de positie van doven op de arbeidsmarkt.

Mijn eigen bedrijf

Bij verschillende projecten heb ik als vrijwilliger en ambassadeur veel geleerd. Dat heeft me in 2017 doen beslissen om van Klinktprima een bedrijf te maken. Zo kon ik tegelijkertijd mijn werkzaamheden als begeleider, inspirator en trainer voortzetten en tegelijkertijd betaalde werkopdrachten uitvoeren.

Al deze jaren heb ik me middels zelfstudie verdiept in belangrijke onderwerpen zoals ‘succesvol werken aan je competenties’, ‘communicatie op de werkvloer’ en ‘arbeidsparticipatie’. Hiervoor heb ik diverse artikelen geschreven waarmee ik informatie en tips geef om anderen te leren hoe je met je beperking toch goed kan meedraaien in de maatschappij en op de arbeidsmarkt.

Dove en slechthorende werkzoekenden weten mij ook vaak te vinden met vragen over sollicitaties en werkproblemen. Ik vind het hartstikke leuk om werkzoekenden te kunnen helpen met mijn antwoorden en tips vanuit mijn eigen ervaringen en kennis.

Dat soort werk om voor mensen met een auditieve beperking op de arbeidsmarkt op te komen, geeft mij veel positieve energie en voldoening. Het is altijd geweldig om iemand te kunnen helpen aan een leuke baan. Of om (horende) professionals een ‘eyeopener’ te geven over hoe het is om doof of slechthorend te zijn tijdens een bijeenkomst.

De betekenis van mijn inzet voor mensen

Werkgevers helpen

Jammer genoeg is er nog steeds sprake van onwetendheid bij werkgevers, waardoor ze koudwatervrees hebben om een doof persoon in dienst te nemen. Door de juiste informatie te geven ontstaat er vaak meer begrip en kunnen bepaalde twijfels weggenomen worden. Zo gaan ze meer in mogelijkheden denken in plaats van het denken in beperkingen. Soms is het nodig om de wereld ‘om te keren’ en werkgevers onder te dompelen in de dovenwereld, bijvoorbeeld door het ze gehoorbeschermers op te zetten en te laten ervaren hoe dat is.

Studenten

Ik word nog regelmatig benaderd door studenten die onderzoek doen naar dove mensen. Ik denk met ze mee of geef mijn input als respondent voor hun enquetes. Zo draag ik ook bij aan het wetenschappelijk onderzoek dat gedaan wordt rondom dit thema.

Het verkleinen van de kloof

Met klinktprima kan ik op verschillende manieren iets betekenen voor diverse doelgroepen. Als informatiebron, als buddy voor werkzoekenden, als trainer of inspirator of door het geven van tips over sollicitatiemogelijkheden of het verbeteren van de samenwerking op de werkvloer.

Het is mijn passie en trots om zoveel te kunnen betekenen voor anderen. Zo wordt de deelname aan de maatschappij en arbeidsmarkt makkelijker en de kloof tussen auditieve beperkten en horende maatschappij kleiner.

Deze blog is online gezet op de website van digitaal toegankelijk.

2022-03-17T17:22:39+02:0017 maart 2022|0 Reacties

Wat is ‘de dovengemeenschap’?

Het is lastig om te schrijven over ‘de dovengemeenschap’. Er bestaan veel verschillende, hechte dovengemeenschappen, die voor doven veel betekenis hebben. Voordat ik kan uitleggen welke dovengemeenschappen er zijn, moet ik eerst iets vertellen over verschillende typen dove mensen, met hun eigen achtergronden en identiteiten.

Verschil tussen vroeg-, laat- en plotsdoven

Vroegdoven zijn vaak bij de geboorte of op jonge leeftijd doof geworden en zijn opgevoed met gebarentaal. Deze groep is meestal al vanaf school gehecht aan een eigen groep, of via een welzijnsstichting of door speciale activiteiten.

Plots- en laatdoven zijn pas op latere leeftijd doof geworden. Ze hebben moeite om mensen te verstaan omdat ze nog niet kunnen liplezen en ze kennen ook geen gebarentaal. Sommige plotsdoven hebben in zeer korte tijd leren liplezen en ondersteunende gebarentaal geleerd, zodat ze goed kunnen communiceren. Omdat ze niet zijn opgegroeid met gebarentaal en andere doven, is het voor hen moeilijker om ‘erbij te horen’. Een andere achtergrond en andere communicatie maken het lastiger om een band op te bouwen met vroegdoven.

Ook bestaan er aparte stichtingen voor plots- en laatdoven, waar deze groep regelmatig met elkaar in gesprek gaat over hun ervaringen en kennis. Ook doen ze leuke activiteiten voor de ontspanning en gezelligheid.

Slechthorenden en cochleaire implantaten

Om het nog ingewikkelder te maken, behoren ook slechthorenden tot de groep mensen met een auditieve beperking, maar daarbinnen is een grote diversiteit. Mensen die zwaarder slechthorend zijn, kunnen zichzelf identificeren met mensen die doof zijn en voelen zich thuis in een dove omgeving. Mensen die lichter slechthorend zijn, vinden elkaar weer in een aparte groep.

Dan zijn er ook mensen die al vroeg, of op latere leeftijd een Cochleair Implantaat (CI) hebben gekregen. Zij zijn vaak doof of zwaar slechthorend, maar met hun CI effectief lichter slechthorend. Toch hebben zij behoefte om in deze apart groep in contact te komen om hun CI-ervaringen en kennis te delen.

Samen sterk

Er bestaan verschillende gemeenschappen voor alle mensen met een auditieve beperking: zoals belangenorganisaties, stichtingen en ook vriendengroepen. Omdat doven en slechthorenden verspreid over Nederland wonen, zijn de groepen vaak regionaal gebonden.

Naast groepen waar mensen met een vergelijkbare beperking elkaar vinden, zijn er ook groepen voor auditieve beperkten in het algemeen. Deze groepen maken zich sterk voor algemene belangen en rechten, de erkenning van de Nederlandse Gebarentaal (NGT), tolkvoorzieningen, audiologische hulpmiddelen (gehoorapparaten, CI), maar ook de plek in de samenleving en deelname aan de maatschappij.

Vroeger was het erg lastig voor dove mensen met elkaar in contact te komen, omdat Whatsapp en e-mail nog niet bestonden. Sommigen moesten urenlang reizen voor een dove ontmoetingsdag.

Mijn ervaring met de dovengemeenschap

Aangezien ik niet doof geboren ben, kwam ik pas als kleuter in aanraking met gebarentaal en de dovencultuur. Als vierjarig meisje ben ik naar de dovenschool in Amsterdam gestuurd, waar ik mij een deel van mijn basisschooltijd niet thuis voelde. Ik ben altijd een buitenbeentje geweest, omdat ik in de klas niet geaccepteerd werd vanwege mijn andere culturele achtergrond en opvoeding. Ik ben binnengekomen als verlegen meisje met weinig ervaring met gebarentaal en geen echte dovenidentiteit. Dat had tot gevolg dat ik regelmatig gepest werd. Toen dat te erg werd, ben ik in groep 6/7 uit de klas gehaald en naar een andere groep verplaatst. Toen veranderde alles voor mij, want in de nieuwe klas werd ik geaccepteerd en kreeg ik leuke vriendschappen met enkele dove klasgenootjes.

Pas later, toen ik na mijn opleidingen aan het werk ging, kwam ik in 2006 in contact met Dovenschap, en heb daar veel doven ontmoet. Daar zijn mijn ogen geopend over wat een dovengemeenschap kan betekenen.

Activiteiten voor en door doven

In de jaren daarna ben in de dovengemeenschap actiever geworden. Ik heb veel gedaan voor Grow2Work, een project om de arbeidsmarkt en werkomgeving te verbeteren. Ik kwam live en op Facebook regelmatig in contact met verschillende leeftijdsgroepen en verschillende groepen auditieve beperkten. Door deze ervaringen durfde ik uit mijn comfortzone te stappen, me meer open te stellen en ondernemer te worden.

In mijn vrije tijd ga ik naar Werelddovendag, een belangrijke dag voor alle auditief beperkten. Het is een dag waar duizenden doven en professionals kennis en informatie delen, leuke activiteiten doen en workshops volgen. Ik vind het leuk om rond te kijken, te kletsen met aanwezige doven en professionals van verschillende organisaties.

Sencity is een jaarlijks feest, dat wordt georganiseerd om samen te kunnen genieten van muziek met visuele effecten, trillende dansvloer, food jockeys en geur-DJs. Soms ga ik met dove vrienden, soms met mijn horende man. Ik kan ontzettend genieten van zo’n dag.

Gemixte leef- en werkomgeving

Ik leef voornamelijk in een horende omgeving en ik werk regelmatig met dove collega’s en klanten waar ik me erg prettig voel. Ik ben gewend om in verschillende werelden en culturen op te groeien en kan omgaan met iedereen: doof, slechthorend of horend. Ik heb een gemixte vriendinnenclub, ze zijn allemaal lief en dierbaar.

Voor mij is het onderdeel te zijn van de dovengemeenschap belangrijk. Ik heb een paar dove vriendinnen, maar ik ontmoet ook graag nieuwe dove mensen op een ontmoetingsdag. Ik voel me er geborgen, gehoord en begrepen, en gelijkwaardig aan anderen.

Mijn horende zoon gaat soms mee met mij en hij vindt het erg gezellig op zo’n dag. Hij maakt makkelijk contact met dove mensen omdat hij duidelijk articuleert en zich verstaanbaar kan maken met gebarentaal. Zo leert hij ook nieuwe gebaren en een stukje van de dovencultuur.

Deze blog is online gezet op de website van Digitaal toegankelijk:

2022-02-17T11:58:44+02:0016 februari 2022|0 Reacties

Zien mensen mij als een dove, of als een persoon?

”Word je vaak aangesproken over jouw doofheid en niets anders dan jouw doofheid, terwijl je liever gewoon als ‘mens’ wordt aangesproken? Heb je dan niet soms de behoefte om aandacht te vragen voor die andere aspecten van ‘mens zijn’?”

Over die vraag van team Digitaal Toegankelijk moest ik even goed nadenken. Maar in dit blog vind je het antwoord. Ik heb hierin beschreven hoe ik volgens mij in de maatschappij en in mijn omgeving (familie en vrienden) gezien word; en hoe ik mijn doofheid en wie ik ben ervaar.

Meer Engels dan doof

Laat ik beginnen met hoe ik mezelf zie. Voor mij is het woord ‘handicap’ wel een groot woord voor mijn doofheid. Ik zie mijn doofheid niet als mijn beperking, of handicap, of hoe je het ook noemt. Ik ben niet mijn ‘auditieve’ beperking, maar mijn doofheid is een onderdeel van mij. Alhoewel communicatie in de maatschappij natuurlijk wel een enorme uitdaging is.

Je kunt je beperking heel groot of heel klein zien, maar hoe wil je dat mensen jou zien? Hoe groot jij je beperking zelf maakt, heeft invloed op hoe anderen jou zien. Ik ben gewoon Claire, die graag praat, die van de gezelligheid houdt, die van de uitdagingen houdt en die graag onderneemt. Ik ben opgevoed door Engelse ouders en heb een Engelse achtergrond, waar ik trots op ben. Ik voel me eerder Engels dan doof.

Ik zeg het niet meteen

Naast wie ik ben, heb ik in mijn 3e levensjaar een handicap gekregen: ik ben doof geworden. Toen heb ik voor een groot deel mijn doofheid geaccepteerd als onderdeel van mijn identiteit. Ik leef immers al mijn hele leven in een stille wereld en dat hoort bij mij. Ik ervaar het absoluut niet als beperking, ook al moet ik keihard werken om informatie in te winnen en te zorgen voor goede communicatie in de maatschappij.

Bij een kennismaking zeg ik altijd eerst mijn naam. Ik hoef niet per se mijn doofheid kenbaar maken wanneer het niet nodig is. Anders zeg ik gewoon dat ik doof ben en dat ik kan communiceren door liplezen en door zelf te spreken.

Hoe moet ik communiceren?

Hoe anderen mij zien, hangt af van de situatie. Als ik de eerste dove persoon ben die mensen ontmoeten en ze weten niet hoe ze moeten communiceren, dan zien ze eerst mijn doofheid. Daarmee is het al meteen een beperking in het denken en vragen ze zich af: ‘Hoe moet ik met jou als dove communiceren? Je hoort mij toch niet, dus heeft het zin als ik blijf praten?’

Dat maakte ik al eens op straat of in de winkel mee, maar ook in gesprekken met leraren bij mijn laboratoriumopleiding. Soms kiezen mensen de makkelijkste weg door te zeggen: ‘laat maar’ of ‘je zal het toch niet begrijpen’ en lopen weg zonder mij een kans te geven. Dat is hun vluchtgedrag en reactie op mijn doofheid. Ze zijn eigenlijk bang voor communicatie met een dove persoon. Op deze manier word ik bestempeld als een dove met een ‘beperking in communicatie’. Terwijl het eigenlijk hun beperking is.

Op de werkvloer

Door mijn doofheid zien werkgevers vooral uitdagingen om mij in dienst te nemen vanwege verwachte communicatieproblemen op de werkvloer. Daarom ben ik ook ondernemer geworden. Op die manier kan ik gelijkwaardig meedraaien én kan ik me inzetten voor de arbeidskansen van andere doven en slechthorenden.

Maar ik wil vooral werkgevers inspireren met mijn ervaringen en kennis. Ze vergeten dat dove mensen ook beschikken over speciale talenten voor diverse beroepen, zoals timmerman, bakker, ICT’ers, mondhygiënisten, laboranten, en nog veel meer. Hun doofheid beperkt hun werkzaamheden en talenten niet.

Gênante sollicitatiegesprekken

Twee keer heb ik echts iets vervelend meegemaakt bij een sollicitatiegesprek. Bij het ene gesprek begonnen ze continu over mijn doofheid. Ik kreeg constant de vraag of ik wel kon telefoneren op het laboratorium, terwijl ik naar de werkfunctie van medisch laborant had gesolliciteerd. Het ging meer over mijn doofheid en telefoongesprekken dan om mijn ervaringen als laborant. Dat ervaarde ik als echt vervelend en sneu.

Bij het andere gesprek had ik een tolk NGT (Nederlandse Gebarentaal) meegenomen. De gesprekspartners van het bedrijf keken alleen maar naar de tolk NGT en stelden ook vragen aan haar, alsof ik een kind was dat niet zelf kon spreken. Dat was echt vernederend. De tolk NGT gaf ook het aan: “U kunt beter naar mevrouw kijken en de vragen aan haar stellen. Zij is in staat om uw vragen te beantwoorden. Ik ben de tolk en ik vertaal alleen het gesprek”. Voor beide functies ben ik afgewezen. Gelukkig, want ik zou niet als persoon worden gezien.

Steeds zichtbaarder

Mensen zijn soms onwetend en onervaren. Daardoor handelen ze op een verkeerde manier, die als kwetsend of idioot ervaren kan worden voor dove mensen. Maar dat zijn uitzonderingen. Ik ervaar vaker dat mensen nieuwsgierig zijn en zich durven open te stellen door te vragen hoe ze met mij kunnen communiceren. Op deze manier tonen ze respect en word ik ‘normaal’ behandeld.

En gelukkig zie ik tegenwoordig in het algemeen veel minder onbegrip dan in mijn jeugd. De maatschappij wordt zich meer bewust van de omgang met mensen met verschillende beperkingen. Bovendien worden dove mensen ook zichtbaarder, ook door de inzet van gebarentolken op televisie en in de maatschappij.

Ik ben ervan overtuigd dat je jouw beperking niet groter moet maken dan die is. Daardoor zullen mensen je eerder normaal behandelen. Soms moet je om herhaling vragen of is de inzet van een tolk NGT nodig, maar zo is nu eenmaal mijn leven met communicatie-uitdagingen en het winnen van obstakels.

Wil je meer weten over hoe ik ermee om ga met mijn auditieve beperking , dan kan je dat terugvinden in mijn eerdere blog hierover.

Deze blog is online gezet op de website van Digitaal Toegankelijk.

2022-01-19T13:09:44+02:0019 januari 2022|1 Reactie

Corona houdt aan: wat doet dat met doven en slechthorenden?

Het virus hangt helaas al bijna twee jaar om ons heen, en het is nog niet weg. Daarmee blijven de maatregelen ook langer duren dan eerder verwacht. Dat heeft natuurlijk impact op de maatschappij en de levens van burgers. Hoe is dat voor doven en slechthorenden? Dit is een verhaal over mijn persoonlijke ervaring tijdens deze vreemde periode.

Wat mag er wel? Wat mag er niet? Ik denk dat doven en slechthorenden extra tegen elke persconferentie op zien, omdat het lastig blijft om daarna de regels op te zoeken en begrijpen. Zoals ik eerder schreef, is het gebruiken van eenvoudige taal belangrijk voor doven en slechthorenden. Maar de beschrijvingen en regels op internet zijn soms moeilijk te doorgronden, omdat ze lastig opgeschreven zijn.

Digitaal is niet ideaal

Thuiswerken is daarnaast ook niet handig, voor de communicatie met doven en slechthorenden. Ik maak regelmatig gebruik van Zoom en Teams voor werkoverleggen, bijeenkomsten of een oudergesprek. Maar mimiek en lichaamstaal komt slechts beperkt over, vergeleken met ‘live’.

Tegelijkertijd zorgen deze technische oplossingen er wel voor dat ik thuis kan deelnemen aan digitale werkoverleggen met een gebarentolk op afstand. Het is niet ideaal, maar veiligheid en volksgezondheid staan voorop.

Online bijeenkomst met gebarentolk op afstand.

Mondkapjes

Het offline leven in coronatijd brengt ook extra uitdagingen mee. Dit komt natuurlijk door de mondkapjesplicht op verschillende openbare plekken, waardoor liplezen onmogelijk wordt. In mijn vorige blog over mondkapjesplicht schreef ik daar al over.

In de supermarkt en in de winkel merk ik eind 2021 opnieuw, hoe lastig het is om goed te kunnen communiceren met winkeliers. Gelukkig kennen een paar winkeliers mij inmiddels en gaan achter de spatschermen soms hun mondkapje even af, zodat ik hun mondbeeld kan aflezen. Het is nu wel minder leuk om te gaan winkelen. Begin november, toen het nog mocht, ging ik daarom ook al weinig naar de stad. Wanneer ik iets nodig heb, bestel ik het online.

Minder werk

Bij mij en andere dove mensen hangen de mogelijkheden voor werk, net als bij iedereen, af van het beroep en de sector. Als ZZP’er werk ik al langer veel thuis. Maar onder betere omstandigheden zou ik vaker presenteren of workshops geven. Ik heb minder werk en daardoor minder inkomsten. Gelukkig schrijf ik blogs voor deze website, en artikelen voor Woord & Gebaar. Zo kan ik prima thuiswerken.

Ook in de horeca en in culturele sector zijn er financiële problemen, bijna overal en voor iedereen. Zo is de brasserie van dovenorganisatie Kentalis bijvoorbeeld gesloten. Wat me specifiek voor hun personeel met een auditieve beperking anders lijkt, is dat nieuw werk vinden misschien nog iets uitdagender is, dan voor veel mensen zonder beperking.

Erkenning van Nederlandse Gebarentaal

De eerste coronaperiode van 2020 heeft ook iets positiefs opgeleverd. Door de zichtbaarheid van de gebarentolk Irma en haar collega’s tijdens de persconferenties is de erkenning van de Nederlandse Gebarentaal (NGT) in een stroomversnelling gekomen. Dankzij de jarenlange inzet van Dovenschap en de dovengemeenschap en het zetje in de rug werd  NGT op 13 oktober 2020 erkend.

Het hele gezin in quarantaine

Helaas is het coronavirus ook ons gezin binnengedrongen. Eerst is mijn zoon eind november positief getest, en daarna ik. Ons gezin is daarom bijna drie weken achtereen in quarantaine geweest. Ik ben flink ziek geweest, met verkoudheid, kortademigheid en opspelend maagzuur. Nu ik weer coronavrij ben, bouw ik weer rustig mijn energie op en hervat ik mijn werkzaamheden. Thuis, uiteraard.

De huidige coronamaatregelen beperken mijn vrijheid, keuzes, contacten, communicatie en werkmogelijkheden. En aanpassen vind ik vermoeiend. Maar ik weet dat er een betere tijd zal komen. Daar richt ik mij op.

Een leerervaring

Deze periode zie ik als een leerervaring. Het brengt het besef dat vrijheid en gezondheid belangrijk zijn, en niet vanzelfsprekend. Het lijkt me daarnaast goed voor iedereen om je bewust te worden van wat de maatregelen en de fase erna betekenen. Je kunt je beter afvragen: wat kan ik onder deze omstandigheden wél? En hoe past dat bij wat ik wil bereiken in mijn leven?

Ik vind het in ieder geval belangrijk om te blijven ontwikkelen, ontdekken en keuzes te maken op het gebied van leven en werk, ook tijdens de moeilijke coronaperiode. Daarom ben ik zelf aan het kijken naar nieuwe werkmogelijkheden voor 2022. Ik wil me niet teveel laten beperken door het coronavirus, maar neem het heft in eigen hand en probeer het beste te maken van de huidige situatie.

Deze blog is online gezet op de website van digitaal toegankelijk. 

2021-12-29T14:30:31+02:0029 december 2021|0 Reacties
Ga naar de bovenkant