Een goede baan begint bij een goede opleiding. Op de site van Patrick Koning lazen we dat het soms lastig kan zijn om een dove een diploma te laten behalen. Patrick is senior leraar bij de ICT-Academie op het Koning Willem I College in Den Bosch waar hij onlangs te maken kreeg met de vraag of een dove een MBO ICT diploma zou kunnen halen. Uiteraard moet dat lukken, maar toch liep hij tegen een aantal problemen op! Het ergste is dat hij vanuit de politiek niet veel hulp kan verwachten. Het goede nieuws is dat de werkgevers hem wel steunen, wat uiteindelijk de oplossing biedt voor het probleem. Lees zijn interessante ervaring:

Afgelopen maanden heb ik een zoektocht gelopen om uit te zoeken hoe binnen de huidige wet- en regelgeving een dove student gediplomeerd zou kunnen worden. “No problem!”, zou je denken, echter binnen de nieuwe en/of vernieuwde dossiers voor de opleiding Medewerker ICT zijn de taaleisen zo geformuleerd dat hier geen ruimte lijkt om deze eisen aan te passen.

Ergens in februari kreeg ik te horen dat we bij de opleiding Medewerker ICT twee dove studenten zouden krijgen. De overheid stimuleert om studenten met een handicap zo veel mogelijk in het reguliere onderwijs les te laten krijgen. Ik kan me hier goed in vinden, dus aanpakken die uitdaging. Samen met een collega heb ik een basiscursus Nederlands Gebaren Taal (NGT) gevolgd. Daarnaast heb ik uitgezocht welke ondersteuning we verder zouden kunnen krijgen. Binnen het Koning Willem I College zit de Schalm, een school voor doven en slecht horenden. Op deze afdeling werken mensen die ervaring hebben met het aanleren van bijvoorbeeld taal aan dove studenten. Een docent van de Schalm helpt onze taaldocenten. Verder kan een dove student voor een groot aantal uren in de week een dove tolk inhuren. Doordat de opleiding Medewerker ICT volledig flexibel van opzet is, kan iedere student op zijn eigen tempo de studie doorlopen. Een groot voordeel in dit geval. Kortom, het leerproces staat, de ondersteuning is geregeld, dus laten we starten. In september zijn inderdaad beide studenten ingestroomd, en het leerproces loopt goed. De ondersteuning werkt.

In de basiscursus NGT werd ik me al snel bewust dat voor een pre-linguaal doven persoon (iemand die voor de taalontwikkeling doof is geworden, bijvoorbeeld omdat hij of zij doof geboren is), de taalontwikkeling heel anders verloopt. De zinnen van een dove persoon bestaan uit werkwoorden en zelfstandige naamwoorden, dus spreken en interactie is los van het produceren van herkenbare klanken erg lastig in correcte Nederlandse zinnen. Het luisteren is heel lastig, maar bij een dove persoon die goed taal af kan lezen (liplezen), is het redelijk te doen. Bij het lezen en schrijven is het wel degelijk mogelijk om het benodigde niveau aan te leren. Als je vervolgens naar de eisen kijkt binnen het nieuwe en het vernieuwde dossier, merk je dat ze het genoemde niveau (B1 voor Nederlands) nooit kunnen halen door bovenstaande beperkingen, want voor elk onderdeel (de cursieve woorden in bovenstaande alinea) moet de student niveau B1 behalen.

Raar? De overheid stimuleert dat studenten met een handicap zo lang mogelijk in het reguliere onderwijs les hebben, echter als het dan om diplomering gaat, zegt die zelfde overheid dat er geen diploma gehaald kan worden. Laten we wel wezen: we hebben het hier niet over een blinde persoon die vrachtwagenchauffeur wil worden, want dat is onmogelijk. Maar een dove persoon met voldoende ICT kennis en de mogelijkheid om op andere wijze te communiceren met klanten en collega’s kan wel degelijk een goede ICT-er zijn.

Om tot een oplossing te komen ben ik een aantal wegen gaan bewandelen:

Onderzoek binnen het Koning Willem I College naar de nieuwe en vernieuwde dossiers en de mogelijke ruimte die de wetgeving biedt, echter liep dit spoort dood.

Een brief naar de staatssecretaris Marja van Bijsterveldt van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap sturen met een beschrijving van de situatie en haar reactie hierop. In haar reactie laat ze weten dat het kwalificatie dossier ten allen tijde leidend is. Ook hier loopt het spoor dood.

Tijdens mijn studiereis naar Nashville sprak ik met Marc Veldhoven, procesmanagement MBO2010, over de situatie. Hij gaf aan dat het procesmanagement met een voorstel bezig is voor de staatssecretaris. Uiteindelijk zal dit mogelijk tot wetgeving kunnen leiden. Geweldig, echter is de vraag of het tot wetgeving komt, en hoe lang dat gaat duren? Want, zo gaf een beleidsmedewerker van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap aan: “Het is heel erg lastig, maar eigenlijk onmogelijk om voor iedere handicap vast te leggen hoe er geexaminieerd moet worden, dus zal de wetgever dit niet willen, en de ruimte geven via de wet gelijke behandeling.”

Naar aanleiding van het antwoord van Marja van Bijsterveldt heb ik een tweede brief gestuurd waarin ik mijn teleurstelling uit over haar antwoord en de casus nog een keer uiteenzet. Waarom is er voor het voortgezet onderwijs wel wetgeving en voor het MBO niet? In een gesprek met een van haar beleidsmedewerkers werd uiteengezet dat de wet gelijke behandeling de mogelijkheid biedt om examens aan te passen als het kwalificatiedossier in intentie maar overeind blijft. Natuurlijk moet het bedrijfsleven wel duidelijk aangeven of en op welke manier men een dove medewerker kan functioneren.

Het laatste weggetje heeft gisteren ruimte geboden om toch binnen de wetgeving de dove studenten te kunnen diplomeren. Ik heb de casus gepresenteerd aan de adviesraad, een groot aantal bedrijven die onze afdeling adviseren, van de ICT-Academie. Hun antwoord op de vraag of een dove medewerker als ICT-er kan functioneren, was ja. Ze zien een duidelijke mogelijkheid voor een dove medewerker, sterker nog: van de aanwezige bedrijven zijn er drie die dove medewerkers in dienst hebben, en zien geen problemen. Men spreekt zelfs uit dat men als adviesraad ervoor wil zorgen dat ze daadwerkelijk een baan vinden, omdat ze uit ervaring weten dat het lastig is om een baan te vinden vanwege alle onterechte vooroordelen.

Opvallend was dat de beleidsmedewerker van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap aangaf dat ze meestal voor dit soort zaken andere mensen naar het Koning Willem I College doorstuurde, omdat er bij ons blijkbaar het meeste expertise zit. In ieder geval is met deze zoektocht de expertise weer up-to-date.

bron: Innovatie in ICT en Onderwijs met dank aan Patrick Koning.